Je bent doof of je bent slechthorend
Op mijn zesde toen ik aan de eerste klas van de basisschool
begon merkte mijn juffrouw dat ik niet goed luisterde. Nadat ik gehoortesten ondergaan heb werd officieel geconstateerd dat ik slecht hoorde en het advies was; zit altijd vooraan in de klas.
Gedurende mijn schoolcarrière zorgde ik altijd dat ik vooraan zat en deed enorm mijn best bij dictees, luistertekst en dergelijke. Later op de middelbare school kreeg ik hoorapparaten die ik soms wel en soms niet droeg. Pubers, hè? Mijn gehoor ging gestaagd achteruit. Ik beschouwde mezelf als een slechthorend persoon.
Op mijn 25ste kon ik niks meer horen in mijn rechteroor en op mijn 26ste
niks meer in mijn linkeroor. Ik was helemaal doof geworden. Hoorapparaten helpen niet meer. Communicatie gaat nu middels liplezen, schrijven of een schrijftolk. Ik beschouw mezelf als een doof persoon. Specifiek: laatdoof.
De afgelopen zes jaren sinds ik doof ben geworden begin ik me meer en meer te ergeren als slechthorend mensen doof worden genoemd of zichzelf als doof beschouwen en zichzelf doof noemen. De keren dat ik een artikel tegenkom waarvan de titel aangeeft dat het over een doof persoon gaat, ga ik meteen vol interesse lezen alleen maar om achter te komen dat de persoon niet doof is maar slechthorend. Om het nog pijnlijker te maken soms nog met een anekdote in de trant
van: “Ik geniet van muziek” of “Een op een kan ik zonder problemen normaal communiceren”.
Als doof persoon voel ik me dan een beetje verraden. Denk ik dat ik
eindelijk eens ga lezen hoe anderen het doof zijn ervaren, blijkt het niet zo te zijn. Iemand die slecht ziet en een bril draagt noemen we ook niet blind. Je hebt slechtziend of blind, waarom zou die zelfde onderscheid niet tellen voor slechthorend en doof?
Ik pleit ervoor om de correcte benoeming te gebruiken bij doofheid en
slechthorendheid. Als doof persoon die meer dan de helft van zijn leven
slechthorend was vind ik dat de twee dingen los van elkaar staan. Het valt niet met elkaar te vergelijken.
Toen ik nog slechthorend was kon ik mijn hoorapparaat aandoen, volume omhoog, muziek met hard volume en ten volle genieten van muziek. Als doof persoon kan ik helemaal niet meer genieten van muziek, wat ik over heb van muziek is wat in
mijn hersenen is blijven hangen van toen ik nog kon horen. Ik leef dagelijks in een oorverdovende stilte.
Dat is wat doof zijn is. Die alles overheersende stilte.